[Die Große]
Benjamin Haemhouts dirigent
Mozart – Die Zauberflöte, KV620 (ouverture)
Britten – Simple Symphony, opus 4
Schubert – Symfonie nr. 9 in C, D.944, ‘Die Große’
Casco Phil opent zijn monumentale drieluik met Mozarts ouverture tot Die Zauberflöte, waarin de Oostenrijkse meester zich van zijn meest speelse en tegelijk melodieuze kant laat horen. Met zijn Simple Symphony blikt de twintigjarige Britten dan weer terug op zijn kindertijd: acht wijsjes die hij als jonge snaak componeerde, vormen de rode draad doorheen deze strijkerssymfonie van bescheiden proportie. De uitgepuurde eenvoud van Britten contrasteert prachtig met de grootschalige lyriek van Franz Schuberts Negende Symfonie, ofwel Die Große. Die bijnaam dankt de symfonie eigenlijk aan haar voorganger in dezelfde toonaard, om dus het onderscheid te maken met de ‘Kleine’ Zesde Symfonie in c. Maar toch heeft ze haar bijnaam allerminst gestolen: met haar 60 minuten ‘Himmliche Länge’ (of ‘hemelse lengte’, zoals Schumann het omschreef) was ze lange tijd een van de meest grootse instrumentale werken uit het klassieke repertoire, al hoor je dat hemelse vooral in Schuberts ongeëvenaarde melodievoering.
Coproductie: Perpodium.
Met de steun van de taxshelter van de Belgische Federale Overheid via Cronos Invest